Traditioneel breken
Alle traditionele breekinstallaties komen voort uit mijnbouwtechnieken. Het zijn breekwerktuigen ontwikkeld om bijvoorbeeld steenkool of metaalerts te verkleinen. Het inzetten van dit soort machines op betonpuin verloopt dan hetzelfde: grote stukken beton (constructiedelen, betonnen straatstenen etc.) wordt verkleind tot kleine stukjes beton (betongranulaat). Door dit traditioneel breken zal er zo’n 45% van de oorspronkelijke betonpuin massa als 0 – 4mm brekerzand vrijkomen. Voor deze massa is tot op heden geen serieuze toepassing.
Slimbreken van beton
Slimbreker breekt in tegenstelling tot traditionele brekers niet dwars door het zand en grind maar breekt uitsluitend het cementhydraat (het cementsteen, het reactieproduct van cement met water), de lijm dat het zand en grind aan elkaar plakt. Het breken van het cementhydraat gebeurt door het uitoefenen van dwars -en wrijvingskrachten. Door het werkingsprincipe zijn de krachten waaraan een slimme breker blootgesteld wordt circa 10% van de kracht waartegen een regulier breker bestand moet zijn.
Microgolffragmentatie en -dehydratatie van beton
Granulaat en cementfasen vertonen verschillende thermische eigenschappen, die gunstig zijn voor de vorming van scheuren en breuken langsheen de fasegrenzen en scheiding tijdens een snelle opwarming. Het verschil in thermische uitzetting van de granulaat en cementfasen is immers vrij groot. (50-300%). Door het gebruik van microgolven worden dus spanningen gecreëerd intern in de betonmassa waardoor scheuren en breuken ontstaan langsheen de fasegrenzen. Daarnaast wordt
door de opwarming van (gebonden en ongebonden) water ook interne druk gecreëerd die fragmentatie bevordert. Ook het dehydrateren van het cement, waardoor het zijn bindende eigenschappen verliest, draagt bij tot een doorgedreven scheiding van beton in zijn samenstellende bestanddelen.