Beton wordt wereldwijd gebruikt en de productie draagt bij tot 8% van de globale CO2-uitstoot. Het recycleren van afgedankte betonconstructies wordt dus zowel vanuit economisch als ecologisch perspectief interessant. Recyclage van de fijne fractie (<125 mm) bekomen bij betonfragmentatie is echter problematisch, en er moet dus onderzocht worden of deze fractie gehydrateerd cement bevat dat na reactivering opnieuw kan gebruikt worden.
In een studie uitgevoerd aan de VUB werd de karakterisering van mortels uitgevoerd voor mengsels van vers cement en gedehydreerd betonpoeder. Om een samenstelling te krijgen vergelijkbaar met deze van het gewone portlandcement (OPC), was het noodzakelijk het gerecyclede beton bij 550 °C te dehydrateren. Na dehydratatie werden twee verschillende fracties gezeefd (Ø <63 mm en Ø <125 mm) om naar de impact van de deeltjesgrootteverdeling op de samenstelling en eigenschappen van het gerecycleerd materiaal te bepalen. Dit werd onderzocht door simultaan thermogravimetrie-differentiële scanning calorimetrie studies (TGA-DSC) uit te voeren. Deze metingen werden ondersteund door materiaal karakterizatie door x-stralen poederdiffractie (XRD) en scanning elektronenmicroscopie (SEM-EDX).
Deze analyses wijzen op een hogere concentratie van silica in de grovere fractie en een hogere concentratie van cementachtig materiaal in de fijnere fractie. Isotherme calorimetrie van het hydratatieproces toonde geen meetbare verschillen tussen OPC en OPC met 10% gerecycled cement.
Ten slotte werden mortelstalen bereid met 90% OPC en 10% van de gerecyclede cementfractie om te vergelijken met zuivere OPC-gebaseerde mortels. Mechanische testen en resonantietesten toonden aan dat na 7 dagen de toevoeging van 10% gerecycled cement in de OPC een verwaarloosbare of soms zelfs een positieve invloed had op de mechanische eigenschappen van beton.
Deze resultaten geven goede hoop dat het gebruik van gerecycleerd materiaal in cementpoeder zowel milieuvriendelijk als economisch duurzamer kan lijken.